Daar sta ik dan, Pieterburen. In de verte verdwijnen de autolampen van Man in de laaghangende nevel. Vandaag gaat het gebeuren, de eerste stappen op weg naar Rome. Evenals eerdere keren bekijk ik de grote wegwijzer: Sint Pietersberg 464km, Sint Pietersplein 1963km. De andere plaatsnamen interesseren me nu even niet.
Sint Pietersplein 1963km. Ik maak een rekensommetje. Pieterburen-Sint Pietersberg 490km, Nederlandse Grens-Rome 2200km, misschien nog een 50km extra door Nederland, 400km met bus en trein. In totaal kom ik op meer dan 3000km. De schaal van mijn plan om naar Rome te gaan lopen, begint een (heel) klein beetje tot me door te dringen.
Hoewel dit de eerste echte etappe is, Pieterburen-Winsum-huis, voelt het nog niet als echt van start gaan. De echte start is op 14 mei 2012. Nu kom ik nog steeds naar huis of ben hooguit een paar dagen weg. Dat is toch anders dan 4,5 maand op pad zijn en na zo’n 5 maanden weer thuis komen.
Vandaag zullen mijn gedachten alle kanten opvliegen. Mijn voornemen om een voettocht naar Rome te maken, maakt ook veel in mijn hoofd los. Sommige vragen die in mij opkomen, kan ik nog niet beantwoorden. Bijvoorbeeld of het voor mij uit maakt of ik op bekend terrein loop of niet. Ik laat dit soort gedachten komen en gaan. Zonde om mij daar nu al druk om te maken. Bij andere gedachten sta ik wat langer stil.
Tijdens de workshop Spiritualiteit onderweg op de bijeenkomst van gisteren, stelde ik de voor mij toch belangrijke vraag over doel en middel: lopen om jezelf te leren kennen versus het neerzetten van een prestatie en dat de overhand laten krijgen. Ik vertelde iets van de reden van mijn tocht, waarop iemand reageerde met: “je gaat dus op weg om oude rotzooi op te ruimen”. Uit automatisme antwoordde ik met ja. Maar dat is niet de waarheid.
Juist omdat ik oude zooi opgeruimd heb, ben ik in staat deze tocht te maken. Het is meer een kennismaking met de persoon die ik, na jaren hard werken, geworden ben. Het vieren van een nieuw begin.
Naast de meer filosofische overdenkingen zijn er natuurlijk ook nog de praktische beslommeringen. De laaghangende nevel zou de hele dag aanwezig zijn, ondanks verwoede pogingen van een waterig zonnetje om daar verandering in te brengen. Koud maar lekker wandelweer, maar geen weer om eens lekker op een bankje een rustpauze te nemen. Ongemerkt doe je dan toch meer dan goed is, zeker als de horeca pas tegen het einde van de etappe aanwezig is.
En ik ben bang dat ik naast wandeltraining ook iets van blaastraining moet gaan beginnen. Het is een oud probleem. Zodra ik onderweg ben, moet ik naar de wc en kou en autorijden maken het probleem alleen maar urgenter. Dus na de eerste paar stappen gelopen te hebben, begon al de zoektocht naar een geschikte plek en die zijn op het Groninger hogeland niet echt gemakkelijk te vinden. Op dat soort momenten zou ik willen dat ik een man was.
Vervolgens bleek ik mijn zakdoekjes vergeten te zijn (ik laat ze na gebruik niet in de natuur achter maar gooi ze thuis weg). Gelukkig stond voor mij een mooie boom in wording met bladeren die net het juiste formaat hadden. Dank je wel, moeder natuur! Alleen was een verwijzing naar het bordje zo’n 200 meter verderop wel aardig geweest: “wc 100meter naar links, in de glazen kas”.
De eerste stappen zijn gezet en het viel mee. Het voelt goed om toch al een beetje onderweg te zijn. Bij thuiskomst stond een taartje met thee op mij te wachten om het begin te vieren. Volgende week ga ik weer een stukje verder richting het zuiden.